Nederlandse spoorwegstakingen
29 januari 1903 – Het personeel was niet tevreden over de arbeidsomstandigheden en de spoorwegmaatschappijen weigerden elk voorstel voor verbetering. Om deze reden werd er besloten voor massale stakingen.
Een van de medewerkers in de Rietlanden weigerde een treinstel te verplaatsen, waarna hij geschorst werd. Toen dit nieuws de medewerkers van de Rietlanden en omliggende dorpen bereikte, begonnen ze te staken. De werkgevers wisten zich geen raad en gaven toe aan de eisen van de werknemers.
Op 9 april stelde minister-president Kuyper de worgwetten in. Hierin stond onder andere dat het staken bij ambtenaren strafbaar werd gesteld. Als reactie hierop werd er een algehele staking ingesteld bij de transportbedrijven. Deze staking mislukte. Er kon voldoende vervangend personeel ingezet worden en de regering liet militairen optreden. Er werden ruim 2000 mensen ontslagen en velen werden verlaagd in rang.
De stakingen hadden als enige resultaat dat er een parlementaire enquete ingezet zou worden naar de arbeidsomstandigheden bij de spoorwegen.
