Ontdekking van Incastad Machu Picchu
24 juli 1911 – In het Andesgebergte in Peru werden de ruïnes van de laatste stad uit het Incarijk Machu Picchu, ontdekt door de 35-jarige Amerikaanse docent en archeoloog Hiram Bingham III.
Hiram Bingham was met twee Peruaanse metgezellen op zoek naar de ruïnes van de Incastad, die bekend stond als Machu Picchu, wat oude berg betekent in de Incataal. De stad lag tussen twee steile bergtoppen midden in het Andesgebergte en was bijna vierhonderd jaar verlaten door de oorspronkelijke bewoners.
Machu Picchu was grotendeels intact gebleven en in tegenstelling tot andere Incalocaties niet door de Spaanse veroveraars in de 16e eeuw vernield. Bingham begon direct met het onderzoeken van de stad, maakte vele foto’s en verzamelde artefacten. Met hulp van onder meer Universiteit Yale lukte het Bingham om Machu Picchu te ontdoen van vrijwel alle begroeiing die vierhonderd jaar vrij spel had gekregen.
Na jarenlang onderzoek van de locatie en de duizenden artefacten die het team van Bingham verzamelde bleek Machu Picchu een koninklijk buitenverblijf was geweest van de Incakoning Pachacutec Inca Yupanqui.
