Lockheed affaire
26 augustus 1976 – De Lockheed affaire begon toen minister-president Joop den Uyl met een regeringsverklaring kwam waarin de bevindingen omtrent een omkoop poging van vliegtuigfabrikant Lockheed, waar prins Bernhard bij betrokken zou zijn, openbaar werden.
Lockheed, een Amerikaanse vliegtuigfabrikant, wilde vliegtuigen aan Nederland verkopen. Prins Bernhard zou volgens de verhalen voor meer dan 1 miljoen dollar aan steekpenningen hebben aangenomen van Lockheed..
De Lockheed affaire kwam aan het licht toen het Amerikaanse Senaat onderzoek deed naar omkopingspraktijken waar Lockheed bij betrokken zou zijn. Aangezien naar voren was gekomen dat een hooggeplaatste Nederlander betrokken zou zijn geweest, besloot het kabinet een commissie en een onderzoek in te stellen..
Hieruit bleek dat Lockheed al in 1959 plannen had om Bernhard een toestel aan te bieden, wat gunstige effecten op de verkoop van vliegtuigen in Nederland zou hebben. Men besloot echter hem 1 miljoen dollar aan te bieden en in een later stadium nog eens 100.000 dollar. De commissie had twee brieven uit 1974 gevonden waaruit bleek dat Bernhard nog op een deel van het geld wachtte.
Men kon uiteindelijk niet aantonen dat het geld bij Prins Bernhard terechtgekomen was, maar toch stelde de commissie dat Bernhard schuldig was. Juliana dreigde vervolgens met aftreden zonder troonopvolging, waarna het kabinet besloot Bernhard vrij te stellen van vervolging.
