Politiek

Het Watergate schandaal

Het Watergate schandaal
Het Watergate schandaal

17 juni 1972 – Vijf mannen werden gearresteerd toen ze betrapt werden bij een inbraak in het hoofdkwartier van de Democratische Partij, het Watergate hotel in Washington.

De mannen, Republikeinen, wilden afluisterapparatuur plaatsen in de vergaderzaal van de Democraten om zodoende materiaal te verzamelen die hen kon helpen om Richard Nixon opnieuw de verkiezingen te laten winnen. Richard Nixon was sinds 1969 de president, maar was sindsdien impopulair geworden bij het Amerikaanse volk.

Gedurende de campagne voor de verkiezingen van 1972 kwamen de Republikeinen regelmatig met informatie van de belangrijkste opponent, Edmund Muskie, naar buiten. De Republikeinen waren hem telkens een stap voor en Muskie zijn populariteit daalde, waarna zijn Democratische tegenstander McGovern kon profiteren. De radicale McGovern mocht de strijd met Nixon aangaan, die hij vervolgens verloor. Nixon won de verkiezingen van 1972 en kon zijn presidentschap voortzetten.

Pas na de verkiezingen, toen er bandopnames vrijgegeven werden, werd de betrokkenheid van Nixon bij het Watergate schandaal duidelijk. Het bleek zelfs dat hij persoonlijk opdracht had gegeven om de apparatuur te plaatsen. Richard Nixon trad op 9 augustus 1974 onder grote druk af.

Dankzij zijn opvolger, Geard Ford, bleef vervolging Nixon bespaard.

Share

Gerelateerde artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Bekijk ook
Close
Back to top button