Karel 1 van Oostenrijk overleden aan longontstekking
1 april 1922 – De voormalige keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije stierf op Madeira, waarheen hij verbannen was, aan de gevolgen van een zware longontsteking. Hij werd bijgezet in de kerk van Monte op het eiland.
Karel was de oudste zoon van aartshertog Otto Frans en Maria Josepha van Saksen en de kleinzoon van koning van Saksen. Toen zijn oom Frans Ferdinand in 1914 werd vermoord, werd hij de kroonprins. Hij volgde in 1916 zijn oudoom Frans Jozef I op als keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije.
Tijdens zijn periode als keizer probeerde hij tevergeefs een einde te maken aan de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog werd de dubbelmonarchie van Oostenrijk en Hongarije ontbonden en werd Karel van zijn troon gestoten. Daarmee werd hij de laatste keizer van Oostenrijk. Hij probeerde nog wel terug te komen, maar werd verbannen naar het Portugese eiland Madeira.
Karel I trouwde in 1911 met Zita van Bourbon-Parma waarmee hij acht kinderen kreeg. Zijn vrouw was zwanger van het volgende kind toen Karel I overleed. Ruim na zijn dood, op 3 oktober 2004 werd de voormalige keizer door de Paus zalig verklaard vanwege zijn inspanningen om de vrede in Europa te herstellen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
