RMS Laconia getorpedeerd
12 september 1942 – Het in 1921 te water gelaten schip RMS Laconia werd door de Duitse onderzeeër U-156 getorpedeerd. Het schip diende sinds kort als troepenschip. Aan boord waren 1.800 Italiaanse krijgsgevangenen en nog 600 mannen, vrouwen en kinderen, waaronder Engelse en Poolse soldaten.
Het schip was onderweg vanuit het midden-oosten, via Kaapstad naar Freetown. Uit voorzorg voer het schip de route al zigzaggend uit. Het schip werd ter hoogte van het eiland Ascension opgemerkt door de Duitse onderzeeër.
De U-156 vuurde een torpedo op het schip af, waarna het al snel slagzij maakte. Ongeveer 450 Italianen aan boord waren bijna allemaal op slag dood. De kapitein leek het schip nog onder controle te krijgen, tot het voor de tweede keer geraakt werd. Het schip zonk al snel na de tweede torpedo.
Ruim 2.000 mensen kwamen in het water te liggen. De Duitse onderzeeër kwam boven om gevangenen te nemen, maar begon in plaats daarvan de mensen in het water te redden. Ze riepen andere schepen in de buurt op, om ook te helpen, waarbij een tijdelijke wapenstilstand werd beloofd.
Op 16 september dreven er vier onderzeeërs rond om de mensen te redden. De onderzeeërs waren uitgerust met een Rode Kruis vlag op het dek. Een Amerikaanse bommenwerper vloog over het gebied en kreeg de opdracht de onderzeeërs tot zinken te brengen.
De duikboten konden ongeschonden de diepte in duiken om te ontkomen aan de Amerikaanse bommen, maar vele mensen werden in hun sloepen achtergelaten. In totaal kwamen er 900 mensen om het leven bij de ramp en de bombardementen. De Duitsers besloten dankzij de Amerikaanse aanval geen gewonden en overlevenden te water hulp aan te bieden.
