Ruimtestation Mir gelanceerd

19 februari 1986 – Het ruimtestation Mir werd gelanceerd en in een baan op 350 kilometer rond de aarde gebracht. Op 23 maart 2001 keerde het ruimtestation terug uit de ruimte waarna het in de dampkring verbrandde.

De Mir was een modulair ruimtestation waarin aan de voorkant een 14 meter lange leef- en besturingsruimte gemaakt was. Aan dit gedeelte konden verschillende ruimteschepen aankoppelen. In 1987 werd de Mir uitgebreid met een Nederlandse ròntgentelescoop. De Mir werd voortdurend bezet door ruimtevaarders. Een normale missie van twee astronaturen duurde een half jaar. Af en toe kregen deze astronauten een week tot een maand bezoek.

Valeri Poljakov haalde het record in de Mir. Hij verbleef 14,5 maanden onafgebroken in het ruimtestation. In de tijd dat de Mir gelanceerd werd en het moment dat hij weer in de dampkring verscheen, werden er vele nieuwe modules geinstalleerd voor proeven en experimenten. De Mir boekte in z´n beginjaren veel resultaten, onder andere de studie naar langdurig verblijf van mensen in de ruimte; later werden dieren en planten bestudeerd op gewichtsloosheid.

In de laatste jaren kreeg de Mir te kampen met ouderdomsproblemen en werd besloten het ruimtestation weer naar de aarde te halen. Het grootste gedeelte van de Mir verbrandde in de dampkring, de rest stortte in de Grote Oceaan. Dit alles was zeer goed gepland en gebeurde zonder ongelukken.

De Mir had in totaal meer dan 86.000 rondjes rond de aarde gemaakt.