Scholierenopstanden in Soweto
16 juni 1976 – De studentenprotesten in Soweto kwamen tot een gewelddadig einde. De studenten betoogden tegen nieuwe ontwikkelingen vanuit het apartheidsregime. Ongeveer 100 scholieren kwamen om het leven.
Het regime had bepaald dat er in Zuid-Afrika alleen nog maar onderwijs gegeven zou worden in het Afrikaans. Afrikaans was de taal die de meeste blanken in het land spraken. Tot die tijd was Engels de belangrijkste taal.
De opstanden begonnen in Soweto, een grote voorstad van Johannesburg, waar voornamelijk zwarte mensen woonden. De 30.000 betogers begonnen al vroeg in de ochtend met demonstreren. De politie wilde de menigte uit elkaar drijven.
Doordat de politie traangas gebruikte begonnen de scholieren opstandig te worden. Ze gooiden met stenen, waarna het vuur werd geopend. Het nieuws verspreidde zich en de rest van het jaar waren er veel rellen en opstanden in Zuid-Afrika. Aan het eind van 1976 waren er 661 mensen om het leven gekomen en ruim 2000 gewond geraakt.
De rellen in Soweto werden gezien als het omslagpunt in de strijd tegen apartheid. Naar aanleiding van de rellen werd sindsdien jaarlijks op 16 juni Youth Day gevierd in Zuid-Afrika.
