Februaristaking
25 februari 1941 – In Amsterdam werd begonnen met de grootscheepse staking die ook wel bekend werd als de Februaristaking. De staking brak uit als een protest tegen de Jodenvervolging in Nederland.
Vrij snel na het begin van de Duitse bezetting in Nederland in mei 1940, werden er anti-Joodse maatregelen ingevoerd. Voorbeeld hiervan was het verbod op bioscoopbezoek voor Joden en het feit dat Joden zich moesten laten registreren. Hiernaast werden vele Joden gepest en mishandeld. Doordat de Joden ook hiertegen in opstand kwamen besloten de Duitsers de Jodenhoek in Amsterdam af te sluiten.
Op 22 februari 1941 werd elke man in de Jodenhoek die er Joods uitzag, opgepakt, mishandeld en afgevoerd richting concentratiekampen. Naar aanleiding van deze actie besloten de havenarbeiders te gaan staken. Op 25 februari 1941 breidde de staking zich via de trambedrijven over een groot deel van Amsterdam uit. Binnen 24 uur was de staking al overgeslagen tot Haarlem en Utrecht.
Het doel van de grootscheepse staking was het intrekken van deze maatregel. Het effect was echter een verscherping van maatregelen door de Duitsers tegen de Joden. Het was de grootste staking tijdens Tweede Wereldoorlog tegen de vervolging van Joden.
