Slag aan de Somme
1 juli 1916 – De Slag aan de Somme vond plaats aan de rivier de Somme nabij het Noord-Franse plaatsje Albért. Alleen al de eerste dag kwamen er 60.000 geallieerde soldaten om het leven.
De slag aan de Somme was al in 1915 gepland als een Frans en Engels offensief om een doorbraak te forceren in de loopgravenoorlog. Door de slag bij Verdun konden de Fransen echter niet genoeg manschappen leveren.
Vanaf eind 1915 werd in Engeland ‘Kitcheners Army’ geformeerd. Voorafgaand aan de slag vond een dagenlang bombardement met 1.500.000 granaten, om de Duitse loopgraven en versperringen te vernietigen. Vervolgens begonnen de honderdduizenden Engelsen en Fransen de opmars richting de Duitse loopgraven. Deze hadden zich beter dan verwacht ingegraven.
De bombardementen hadden nauwelijks schade aangebracht aan het prikkeldraad en de loopgraven. De geallieerden werden op deze manier volledig verrast en bijna alle geallieerde soldaten verloren hierbij het leven. De legerleiding weigerde de aanval als gefaald te zien, waardoor men tot november 1916 doorging met aanvallen. Zelfs het inzetten van tanks mocht nauwelijks baten.
Pas op 18 november 1916 staakten de Engelsen en de Fransen de aanval. In totaal kwamen er 420.000 Engelsen, 200.000 Fransen en 450.000 Duitsers om het leven. Adolf Hitler vocht ook mee in de strijd en kwam er lichtgewond aan het gezicht uit.
