Grootschalige ontsnapping uit gevangenkamp Stalag Luft III

25 maart 1944 – Een groots opgezette ontsnapping uit het Duitse gevangenenkamp Stalag Luft III leidde tot de bevrijding van drie Engelse officieren. Gepland was om 220 gevangen te laten ontsnappen door een 102 meter lange tunnel.

Stalag Luft III was een gevangenenkamp voor vijandige piloten. In het kamp, 160 kilometer zuidoostelijk van Berlijn, werden 10.000 geallieerden gevangen gehouden.

Begin 1943 bedacht men een plan om te ontsnappen via een tunnel. Men begon met het graven van drie tunnels; Tom, Dick en Harry. Er moest diep gegraven worden en de tunnels moesten smal blijven, anders konden de Duitse seismografen ze ontdekken. In de tunnels werden zuurstofpompen aangebracht en het lukte de gevangen zelfs met gestolen goederen verlichting aan te brengen.

Het werd steeds moeilijker om het zand te lozen waardoor men tunnel Dick volstortte. Later werd tunnel Tom ontdekt en gedicht. Harry bleef onopgemerkt en in maart 1944 was de tunnel klaar. Men wachtte tot volle maan om te ontsnappen. Toen 76 geallieerden door de tunnel gekropen waren, werd de poging ontdekt. De Duitsers openden een klopjacht en wisten binnen enkele uren 73 gevangen te pakken, waarvan er 50 werden geëxecuteerd.

De gevangenen hadden voor de ontsnapping 30 scheppen, 1400 blikken, 4000 bedplanken, 90 bedden, 62 tafels,  76 banken, 34 stoelen, 582 vorken, 1219 messen, 478 lepels, 69 lampen, 246 waterkannen, 1000 meter elektriciteitssnoer, 3424 handdoeken en 1700 dekens gebruikt.