Zware overstromingen treffen China

21 juni 1931 – De Chinese rivieren Huanghe, Jangtsekiang en de Huai zetten tussen 21 juni en eind novemver 1931 een groot deel van China onder water, waardoor meer dan een miljoen mensen om het leven kwamen.

De drie rivieren zijn de langste rivieren van China. De Jangtsekiang is zelfs de op twee na langste rivier van de wereld en is ongeveer 6000 kilometer lang. De oorzaak van de overstromingen was een overvloed aan regen en harde wind.

Tussen 1928 en 1930 was er een periode van droogte geweest. Eind 1930 ontstonden er zware sneeuwstormen, die gevolgd werden door een periode van dooi en veel regen. Het gebied werd in juli 1931 alleen al door zeven orkanen getroffen.

Het gebied dat onder water kwam te staan was ongeveer 110.000 vierkante kilometer groot. Hierdoor raakten er 23.000.000 Chinezen dakloos. Er kwamen niet alleen mensen om door het water, maar vervolgens ook door honger en ziektes. Het aantal doden is nooit volledig duidelijk geworden. De schattingen lopen sterk uiteen, van 145.000 tot bijna 4 miljoen.

De ramp wordt gezien als de grootste natuurramp van de twintigste eeuw.