Maria Swanenburg, alias Leidse Gifmengster, overleden
11 april 1915 – De vrouw werd verdacht van het plegen van 90 moorden. Na het stelselmatig vergiftigen van buurtbewoners werd ze schuldig bevonden en bracht ze tot haar dood haar leven door in een tuchthuis.
Maria Catharina Swanenburg bracht haar leven vooral door in arme Leidse wijken, waar ze ouderen en zieken verzorgde. Terwijl ze hen onder haar vleugels nam, sloot ze ook begrafenisfondsen en verzekeringen af op hun levens.
Rond 1879 begon ze met het stelselmatig vergiftigen van buurtbewoners. Hiermee kon zij ongeveer vier jaar ongestoord doorgaan, totdat ze probeerde het hele gezin Groothuyzen en een buurmeisje te vermoorden. Niet allen overleden en het meisje klaagde bij de politie over de melk die Maria had gegeven.
Hierop volgde een grondig onderzoek en Maria werd gearresteerd. Meer dan vijftien lichamen werden opgegraven en allen vertoonden sporen van arsenicumvergiftiging. Ze bleek na iedere dood de uitkering van de verzekeringen opgestreken te hebben.
Slechts drie moorden werden bewezen en ze bracht na het proces in 1885 de rest van haar leven door in een tuchthuis.
