Vliegtuigramp Swissair
2 september 1998 – Het toestel van Swissair stortte ter hoogte van Nova Scotia, vermoedelijk door kortsluiting, neer. De McDonnell-Douglas MB-11 had 229 mensen, waaronder 2 Nederlanders, aan boord die allen om het leven kwamen.
Het Swissair vliegtuig was ruim 700 kilometer onderweg van New York naar Genève , toen opeens de cockpit vol rook stond en de piloten niks meer konden zien. De piloten zonden een noodsignaal uit en kregen het advies om uit te wijken naar Halifax.
De piloot van het toestel zette een daling in, maar de hoogte van 3000 meter was nog te hoog om te kunnen landen in Halifax, zo’n 50 kilometer verderop. “we zijn in nood, we moeten landen” was het laatste bericht dat werd verzonden door het toestel met vluchtnummer 111. Het McDonell-Douglas toestel van Swissair sloeg even later te pletter in zee, nabij het plaatsje Peggy’s Cove.
Naast de 229 doden ging er bij de vliegtuigramp een schilderij van Picasso verloren met een waarde van ongeveer € 1.500.000,-. Tevens waren er 50 kilo bankbiljetten, een kilo diamanten en 5 kilo juwelen aan boord.
