Eerste commerciele intercontinentale vlucht Fokker
1 oktober 1924 – De eerste commerciele internationale vlucht ging van Schiphol naar Batavia. De reis van 16.000 km duurde bijna twee maanden.
Er werd gebruik gemaakt van de Fokker F VII, voor die tijd een modern vliegtuig. Het was gemaakt van linnen, hout en metalen buizen en de motor was een Rolls Royce-motor van 400 pk. Om de vlucht uit te kunnen voeren werd het vliegtuig, dat overigens een van de eerste was met een overdekte cabine, flink aangepast. Met extra benzinetanks, een extra radiator en een resever-propeller moest de reis in 22 dagen gemaakt kunnen worden.
Praag was de eerste tussenstop. De navigatie gebeurde door middel van het uitkijken naar kerktorens, steden en rivieren. Na twee dagen kreeg het toestel een overhitte motor en maakte het een noodlanding in Bulgarije. Er was geen geld voor een nieuwe motor, maar dankzij een snelle inzameling onder lezers van het blad Het Leven kon er een nieuwe motor gebracht worden.
Vlak voordat er in Bulgarije sneeuwstormen zouden losbreken, kon het Fokker toestel weer de lucht in. Uiteindelijk arriveerde het toestel op 24 november in Batavia.
