Kernramp Fukushima

12 maart 2011 – Door de aardbeving en de daaropvolgende tsunami raakte de kerncentrale in Fukushima zwaar beschadigd. De kerncentrale bleek onvoldoende beschermd tegen de ruim 14 meter hoge vloedgolf.

De kerncentrale in Fukushima schakelde na de zware aardbeving en de allesvernietigende tsunami over op de noodstroomvoorziening, zodat het koelsysteem zou blijven werken. De noodaggregaten raakten echter ook beschadigd, waardoor deze bijna allemaal uitvielen. Hierdoor liep de temperatuur in de reactoren 1, 2 en 3 snel op, waarna explosies volgden. Door de explosies kwam er radioactief materiaal vrij, wat in de lucht, grondwater en zee rondom Fukushima terechtkwam.

Het luchtvaartverkeer rondom Fukushima werd stilgelegd. Het lukte de medewerkers na enkele dagen met moeite om de situatie onder controle te krijgen. Er had echter al een kernsmelting plaatsgevonden. In een straal van 20 kilometer om de kerncentrale werden 200.000 mensen geëvacueerd.

Op 18 maart, een week na de aardbeving maakte men de inschatting dat de kernramp op niveau 6 van de INES schaal ingeschaald kon worden. De Ines-schaal heeft 8 niveau’s, 0 tot en met 7 en Tsjernobyl werd ingeschaald in de hoogste categorie. Een week later meldde Greenpeace dat de ramp zelf op schaal 7 zou moeten staan, iets wat niet veel later ook bevestigd werd.

De kerncentrale van Fukushima was sinds maart 1971 in gebruik. Het was één van de grootste nucleaire energiecentrales in de wereld.